05
Een paar jaar geleden vroeg een kennis van mij die ook kunstenaar is of ik mee wilde doen met zenuari (zentangle januari). Blijkbaar is het een ding en er doen honderden of duizenden mensen aan mee, net als aan inktober (inkt oktober). De overeenkomst tussen beide evenementen is dat je elke dag van de maand een tekening maakt en deze online zet, vergezeld van de juiste hashtag. Het grote verschil is dat in inktober je kunt tekenen wat je maar wil, zolang het met inkt is. Maar in zenuari zijn er vaste ’tangles’ en voorwaardes aan de vorm en afmetingen van je papier.
Eigenlijk is zentangle simpel gezegd een vel papier vullen met verschillende patronen. Deze patronen kun je zelf bedenken, zoeken op Internet, of uit een boek halen. Ik heb hier in mijn atelier een boek in de kast staan met diverse Japanse motieven. Ik kan de komende jaren wel vooruit.
Binnen de zentangle community worden elke paar weken nieuwe tangles (patronen) gelanceerd en hoe je deze moet tekenen wordt alleen verteld aan de CZT’s. Dit zijn gecertificeerde zentangle instructeurs die zijn opgeleid door de ‘bedenkers’ van zentangle. Toen ik erover las bekroop mij een gevoel van een piramide systeem. Het enige dat de bedenkers hebben bedacht is een heel slim marketing systeem, het kapen en exclusief maken van een bestaand iets. Iedereen met pen en papier kan namelijk patronen tekenen, maar een echte ‘zentangle’ is met gegeven patronen, en door deze te doseren houden de bedenkers binding met de tekenaars, en met docenten die zij hebben opgeleid. Er zijn meerdere goede blogs over geschreven, ook over een kunstenaar die al veel eerder een vergelijkbaar systeem heeft bedacht.
Als ik dit doortrek naar bijvoorbeeld knipkunst, dan zou ik een bepaald papierformaat bedenken en vastleggen, leid mensen op tot creatief mindfulness docent en lanceer elke maand een thema of patroon. En wie ons naknipt zonder betaald aan een cursus mee te doen klaag ik dan aan. Maar ik vind het veel te fijn als iedereen vrijheid heeft om te maken wat ‘ie wil. Het werken met licenties vind ik echt laag bij de grond doorgeslagen kapitalisme. De rest van de maand teken ik lekker door, maar wel op mijn eigen manier, zonder regels.
29
Niet alleen het konijn van Alice heb ik vertaald naar Lego, ook enkele gebouwen. Naast Spui 10 en de Amsterdamse Academische Club heb ik meerdere versies gemaakt van het witte huis in Rotterdam. Van dit gebouw wil ik al heel lang een Origami Architectuur kaart maken, maar het komt er niet van. Misschien wil ik er ook te veel details in kwijt. In Lego heb ik meerdere schalen gebruikt en werd daardoor ook gedwongen om details weg te laten. De meest gebruikte schaal is Lego projecten is de minifig-schaal, dit komt ongeveer neer op 1:42 en is gebaseerd op de bekende legopoppetjes en de deuren en ramen die daarmee samenhangen. Een andere veelgebruikte schaal is de microschaal en komt neer op 1:240. Hierbij is het de bedoeling heel klein te werken terwijl het gebouw herkenbaar blijft. Een van mijn pogingen vond ik erg goed gelukt, maar niet in verhouding tot gebouwen van anderen dus ben ik nog kleiner gaan werken. Stel ik bouw deze in het echt dan is het fijn als deze aansluit bij andere bouwwerken. Deze modellen zou ik ook graag in het echt willen bouwen (deze zijn alleen digitaal gebouwd), maar ze kosten ruim €100-170 aan onderdelen.